Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet financiering sociale verzekeringen

 

Artikel 17 Maximum premieloon
1
Bij de berekening van het loon, waarnaar de premies op grond van dit hoofdstuk worden geheven, blijft het loon dat bij dezelfde werkgever meer heeft bedragen dan een door Onze Minister vastgesteld bedrag vermenigvuldigd met het aantal loontijdvakken van het premiebetalingstijdvak, voor dat meerdere buiten aanmerking. Voorts bedraagt het dagloon dat aan de uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen of vrijwillige werknemersverzekeringen ten grondslag ligt of wordt gelegd ten hoogste het bedrag, bedoeld in de eerste zin, met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
2
Bij de berekening van het loon, waarnaar de premie op grond van afdeling 2 van dit hoofdstuk wordt geheven, blijft, wat betreft het door de werkgever en door de werknemer verschuldigde gedeelte van het deel van de premie dat ten gunste komt van het Algemeen Werkloosheidsfonds, het bij dezelfde werkgever genoten loon buiten aanmerking tot een door Onze Minister vastgesteld bedrag vermenigvuldigd met het aantal loontijdvakken van het premiebetalingstijdvak. Het bedrag, bedoeld in de eerste zin, kan voor de werkgever en voor de werknemer verschillend worden vastgesteld.
3
De bedragen, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden vastgesteld voor loontijdvakken waarvoor Onze Minister dit nodig acht. Indien een wijziging ingaat op een ander tijdstip dan 1 januari, vindt de vaststelling plaats in overeenstemming met Onze Minister van Financiën.
4
Indien voor een werknemer die van verschillende werkgevers loon heeft genoten premie is betaald over een hoger loonbedrag dan het bedrag, bedoeld in het eerste lid, stelt de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking het bedrag van de teveel betaalde premie vast. Bij die vaststelling wordt het voor de premieheffing in aanmerking komende loon berekend naar evenredigheid van het ten laste van die werkgevers genoten loon, en blijft bij de berekening van het loon waarnaar de premie op grond van afdeling 2 van dit hoofdstuk, bedoeld in het tweede lid, wordt geheven, het voor premieberekening in aanmerking komende loon buiten aanmerking tot een evenredig deel van het bedrag, bedoeld in het tweede lid.
5
Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, kunnen regels worden gesteld voor de vaststelling van het voor premieberekening in aanmerking komende loon bij samenloop van loon dat gelijktijdig wordt genoten uit een dienstbetrekking in de zin van de Wet op de Loonbelasting 1964 en uit een vroegere dienstbetrekking in de zin van die wet dan wel bij het gelijktijdig genieten van meer dan één uitkering of toeslag als bedoeld in artikel 16, derde en vierde lid. In de te stellen regels wordt uitgegaan van een totaal loonbedrag, dat niet hoger is dan het bedrag in het eerste lid, waarbij niet meer dan één keer rekening wordt gehouden met dat bedrag.
6
Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, kunnen nadere en zo nodig van de vorige leden afwijkende regels worden gesteld.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •